3.5 Stabilisatie Als een auto snel door een bocht gaat, kan de carrosserie heel scheef gaan hangen. Dit scheef hangen noemen we ook wel overhellen. Omdat we liever hebben dat de carrosserie zo recht mogelijk blijſt tijdens het rijden, moet het overhellen voorkomen worden. Stabilisatorstangen gaan het overhellen van de carrosserie in bochten tegen. 1. middengedeelte 2. rubberophanging 3. gebogen uiteinde 4. koppelstangen 4 2 2 1 3 Stabilisatorstang Meestal heeſt de stabilisatorstang een U-vorm. Het middengedeelte (1) is met rubberbussen (2) aan de carrosserie of het subframe bevestigd. De naar voren of achteren gebogen uiteinden (3) zijn aan de draagarmen of aan de veerpoten bevestigd (4). 4 Het uiteinde van de stabilisatorstang is aan de veerpoot bevestigd. Stabilisatorstangen worden op torsie belast. Bij het nemen van bochten worden de veren aan de zijde van de buitenbocht ingedrukt. De veren aan de zijde van de binnenbocht ontspannen. MODULE WIELOPHANGING EN CARROSSERIE // 3 WIELOPHANGING 75 Pagina 74

Pagina 76

Scoor meer met een webwinkel in uw clubbladen. Velen gingen u voor en publiceerden reisgidsen online.

P2D Wielophanging Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication