3 Systeembeperkingen Er zijn een aantal situaties waarin het bewakingssysteem niet actief is, omdat er geen betrouwbare gegevens van de ABS-wielsensoren komt. Situaties waarin de bandenspanning niet gecontroleerd wordt: • tijdens het rijden in een bocht • bij het rijden over slechte wegen • tijdens snel accelereren of een `sportieve’ rijstijl • tijdens het remmen • tijdens bergop en bergaf rijden. De bandenspanningsbewaking wordt uitgeschakeld bij bergop en bergaf rijden Systeemkalibratie In een aantal gevallen moet het systeem opnieuw gekalibreerd worden. De systeemkalibratie wordt meestal opgestart met een ‘SET’-knop. Deze knop is voorzien van het waarschuwingsicoon van de bandenspanning. De SET-knop activeert in veel gevallen de systeemkalibratie De kalibratie moet uitgevoerd worden als: • de bandenspanning gewijzigd wordt • één of meerdere wielen gewisseld worden • na veranderingen aan het onderstel. Bij een systeemkalibratie worden de oude gegevens gewist en worden er nieuwe gegevens ingelezen. Meestal moet er na het opstarten van de systeemkalibratie een aantal kilometers of minuten gereden worden voordat de nieuwe waarden in het geheugen staan. 24 KERNTAAK ONDERHOUD Pagina 23

Pagina 25

Interactieve digi-brochure, deze tijdschrift of whitepaper is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een online publicatie omzetten van eflyers.

CARS - Banden en Wielen Lees publicatie 6Home


You need flash player to view this online publication