Don’ts de brug gegleden. Ik vrees dat-ie total loss is.’ Zo … ben ik nog nooit geholpen I Ik loop het autobedrijf in. HOpelijk is mijn auto al klaar. Ik ben gehecht aan deze auto. De laatste auto waarin mijn vader reed, voor zijn overlijden. Soms zegt mijn vrouw: ruil die auto toch in! Maar ik stel het uit. Puur vanwege de emotionele waarde. De receptionist kijkt me aan. Hij oogt anders dan vorige keer. Is hij nerveus? ‘Ah, meneer!’ babbelt hij. ‘U komt uw auto ophalen! Prachtig ding nog hoor, voor die leeftijd. Dat zie je niet vaak. U bent vast een liefhebber dat u hem zo goed onderhouden hebt. Héél mooi. Hij blinkt zo prachtig. Alleen eh…hij is van Ik geloof mijn oren niet. Ongeloof, verbazing, woede, verdriet. Ik voel het allemaal tegelijk. Mijn auto van de brug gegleden! Total loss? HOE KAN DAT? ‘Weet u wel dat die auto nog van mijn vader is geweest?’ roep ik. ‘Ik heb hem geërfd! Ik rijd er al acht jaar in!’ De receptionist lijkt onaangedaan. ‘Acht jaar? Dan was u onderhand ook wel aan een nieuwe auto toe.’ ‘WAT ZEGT U?’ roep ik buiten mezelf van woede. ‘Loopt u even mee naar de showroom,’ vervolgt de receptionist. ‘We hebben hele mooie occasions staan.’ Ik sta als verstijfd. ‘Maar wat is er dan gebeurd?’ stamel ik. ‘Van de brug afgegleden? Zoiets KAN toch niet? Dat mag toch niet in een erkend autobedrijf? Hoe kan zoiets?’ ‘Ach meneer’, ratelt de receptionist. ‘Overal gaat wel es wat fout. Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Kijk nou maar effe rond of er wat bij staat, in de showroom.’ Dit slaat alles! Woede golft weer omhoog door mijn lichaam. Ik hoor mezelf schreeuwen: ‘Kijk maar effe rond!? Vergoeden jullie de schade niet? Is de verzekering niet gebeld? Kan er op zijn minst iemand de schade opnemen en de kosten taxeren? Ik eis op zijn minst dat jullie betalen! Ofwel de reparatie ofwel een nieuwe auto! WAT IS DIT VOOR EEN BEDRIJF? Ik kom hier NOOIT MEER!’ Dan word ik wakker. Gelukkig… Zeven uur, wijst de wekker aan. Straks moet ik de auto ophalen.✳ Do’s Zo…ben ik nog nooit geholpen II Ik loop het autobedrijf in. Wat een nare droom was dat vannacht. Maar gelukkig zijn dromen bedrog! HOpelijk is mijn auto al klaar. Ik ben gehecht aan deze auto. De laatste auto waarin mijn vader reed, voor zijn overlijden. Soms zegt mijn vrouw: ruil die auto toch in! Maar ik stel het uit. Puur vanwege de emotionele waarde. De receptionist kijkt me aan. ‘Goedemorgen meneer’, zegt hij op neutrale toon. ‘Ik moet u iets verschrikkelijks vertellen. Onze hefbrug heeft dienst geweigerd en uw auto is anderhalve meter naar beneden gegleden. Er is waarschijnlijk grote schade. Die zijn we aan het opnemen.’ Ik geloof mijn oren niet. Ongeloof, verbazing, woede, verdriet. Ik voel het allemaal tegelijk. Is dit echt gebeurd? Mijn auto van de brug gegleden! HOE KAN DAT? ‘Weet u wel dat die auto nog van mijn vader is geweest?’ roep ik. ‘Ik heb hem geërfd! Ik rijd er al acht jaar in!’ De receptionist kijkt me begripvol aan. ‘Het is verschrikkelijk’, geeft hij toe. ‘Het spijt ons heel, héél erg.’ Maar excuses kan ik nu niet verdragen. ‘WAT ZEGT U?’ hoor ik mezelf schreeuwen. ‘Het spijt u? Het is puur amateurisme! Dit KAN toch niet in een erkend autobedrijf!’ De receptionist knikt schuldbewust: ‘U hebt gelijk, zoiets mag absoluut niet gebeuren! We weten dat deze auto een erfstuk is en dat hij heel veel voor u betekent. Het is ontzettend naar.’ Langzaam ebt mijn woede weg. Maar teleurgesteld blijf ik. En ik wil het naadje van de kous weten. ‘Wat is er dan precies gebeurd? Hoe is-ie van de brug afgegleden? En wat is exact de schade?’ ‘Uw auto stond op de brug’ legt de receptionist uit. ‘Op de handrem zoals het hoort. Maar toen we de brug naar beneden haalden, bleef hij aan de voorkant in de vergrendeling hangen. Uw auto gleed naar achteren en viel naar beneden. De voorwielen staan nog op de brug en de achterwielen op de grond. De trekhaak heeft de klap wel enigszins opgevangen. Maar er is toch behoorlijk wat schade.’ Ik zie het beeld voor me. De technici moeten zich lam geschrokken zijn. ‘Zullen we de auto samen bekijken?’ vraagt de receptionist. Ik loop met hem mee richting werkplaats. ‘De schade-expert is gebeld. Hij moet het definitieve oordeel geven over de toestand van uw auto. Hij is onderweg.’ Daar staat de auto. Hij ziet er minder vreselijk uit dan ik me voorstelde. De technicus legt uit wat naar zijn oordeel de schade is. ‘Uiteraard gaan we al het mogelijke doen om dit op te lossen’, voegt de receptionist toe. ‘Ik begrijp donders goed dat we de emotionele waarde van uw auto niet kunnen vergoeden. Maar we kunnen wel kijken hoe we u het beste tegemoet kunnen komen.’ Ik krijg een leenauto van het bedrijf, zegt de receptionist. En als ik de schade wil laten herstellen, zijn de kosten voor de garage. ‘Maar als u besluit uw auto te willen inruilen, dan doen we dat tegen goede voorwaarden’, verzekert hij. Ik ben gerustgesteld. Dit is goed om te horen. Het gaat goedkomen met mijn auto. ✳ Pagina 12

Pagina 14

Heeft u een jaarverslag, digimagazine of eweekbladen? Gebruik Online Touch: boek online zetten.

B-Myguest Magazine Lees publicatie 5Home


You need flash player to view this online publication