Meting: • Meet op punt C: Ingang zekering. Als alles goed is, meet je hier ca. 24 V. Je meet echter geen 24 V, maar 0 V. Dit betekent dat de zekeringen geen spanning krijgen van het deel van het schema dat voor de zekering zit. Controles: Voordat je nu verder gaat met meten, moet je eerst een aantal functies testen gaan om vast te stellen waar het probleem niet zit. Werken de grootlichten wel, dan weet je al dat het contactslot en de verlichtingsschakelaar goed zijn. Het probleem kan dan alleen nog maar in de dim-/grootlichtschakelaar zitten of tussen de schakelaar en de zekeringen. Conclusie: • Meet je 0 V bij de schakelaar, dan is de dim-/grootlichtschakelaar kapot. • Meet je 24 V bij de dim-/grootlichtschakelaar, dan is de draad tussen de schakelaar en de zekeringen onderbroken. Controleren van de bedrading als een lamp zwak of niet brandt Als één lamp niet of zwak brandt, dan kan het probleem in de plus of in de min van de lamp zitten. Om snel te achterhalen waar het probleem zit, kun je twee meetmethoden uitvoeren: • De V1-V4-meetmethode (vierspanningsverschilmetingen) • De V1-V3-meetmethode (driespanningsverschilmetingen). De V1-V4-meetmethode Bij de V1-V4-meetmethode meet je in vier stappen over delen van het schema om per deel de spanning en het spanningsverlies te zien. V1: De eerste spanningsverschilmeting voer je uit over de plus en de min van de accu. In deze meting bepaal je of je meter goed werkt, of de kabels van de meter goed zijn en wat de referentiespanning is. 56b 311 3 BA S2 30 50 V1 over de accu 15 15 S18 56 56 S19 56a 56b CD E 56b G E16 E15 31 F H 31 AUTO ELEKTRONICA 1 // 2 METEN 47 Pagina 46
Pagina 48Voor folders, online club bladen en catalogussen zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw PDF's.
BW Autoelectronica 1 Lees publicatie 2Home