U I P × U I×× ×U I P = U × I U = P ÷ I I = P ÷ U P Rekenen met spanning, stroom en vermogen Het vermogen (P) van de gebruiker stijgt bij het toenemen van de spanning (U) en ook bij het toenemen van de stroom (I). Dit leidt dit tot het verband tussen vermogen, spanning en stroom: VERMOGEN = SPANNING x STROOM In formulevorm: P = U x I 3 A U ? 2 W Bereken de spanning. Gegeven: Het vermogen is 2 W en de stroom is 3 A. Oplossing: U = P / I = 2 W / 3 A = 0,66 V. U I P P I ? 6 V 2 W Bereken de stroom. Gegeven: Het vermogen is 2 W en de spanning is 6 V. Oplossing: I = P / U = 2 W / 6 V = 0,33 ampère. 18 KERNTAAK ONDERHOUD Pagina 17
Pagina 19Interactieve digitale reisgids, deze club blad of mailing is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van e-uitgaves.
BW Autoelectronica 1 Lees publicatie 2Home